maandag 17 mei 2010

Onze opdrachten

1. Inhoudelijk onderzoek naar een cultureel kunstzinnige activiteit
Inventariseer welke kinder(animatie)films recent zijn uitgebracht en geschikt zijn voor een lespakket. Kies een film op basis van jouw doelgroep (midden/bovenbouw) en onderzoek welke vakken binnen KO je kunt behandelen.
Bespreek jullie keuze met de docent en verzamel vervolgens informatie over de maker(s), het genre en de context. Welke verwijzingen zijn er in de film zichtbaar en welke verbanden kun je leggen met de klassieke kunsten?
Onderzoek de keuzes van de makers ten aanzien van de karakters, decors, kostuums, muziek, belichting, cameravoering, montage etcetera. om het verhaal over te brengen. Met welk doel is de film gemaakt en welke visie of boodschap ligt er aan ten grondslag?
Werk alle relevante informatie om de film te kunnen begrijpen in eigen woorden uit met ondersteunend beeldmateriaal. Zorg daarbij voor een correcte vermelding van geraadpleegde bronnen; citaten, literatuur, beeldmateriaal, web-sites etc. Dit onderzoek dient als leidraad voor het volgende onderdeel van de opdracht.


2. Lespakket bestaande uit 3 delen
Op basis van je onderzoek naar de geselecteerde kinder(animatie)film ontwerp je een lespakket bestaande uit 3 delen; Theorieles, Kijkwijzer en Praktijkdeel. Noteer van tevoren de doelstellingen die je wilt bereiken en zorg ervoor dat je lessen aansluiten op de cultureel kunstzinnige activiteit die je met de leerlingen gaat ondernemen.
Ontwikkel afwisselend doe- en kijkopdrachten, waardoor de leerlingen actief kennis vergaren. Zorg voor een heldere opbouw en structuur en een passende lay-out en vormgeving van de lesmiddelen (powerpoints en stencils).

a. Theorieles
Bedenk een wervende inleiding gericht op de leerlingen (midden/bovenbouw), waardoor zij gemotiveerd en geïnspireerd raken. Maak gebruik van digitale middelen om je inleidende les te ondersteunen met gericht tekst-, beeld- en videomateriaal aan de hand waarvan je vragen stelt.
Richt je theorie hoofdzakelijk op de vormgeving van de inhoud (het verhaal) a.h.v. de beeldaspecten m.b.t. de karakters, decors, kostuums, muziek, belichting, cameravoering, montage etc.. Leg verbanden met de klassieke kunstbeschouwing.

b. Kijkwijzer
Ontwerp een aansprekende kijkwijzer voor de cultureel kunstzinnige activiteit, die dicht aansluit op de inhoud van de inleidende theorieles en zich richt op 2 vakken binnen KO. Zorg ervoor dat leerlingen zelfstandig, in tweetallen of groepjes de opdrachten kunnen uitvoeren.
Richt je vragen hoofdzakelijk op de vormgeving van de inhoud en niet op (de beleving van) de toeschouwer. Controleer of de antwoorden die je verwacht, verkregen kunnen worden door de gestelde (deel)vragen.

c. Praktijkdeel
Bedenk een praktijkdeel waarbij de leerlingen de opgedane kennis en ervaring kunnen toepassen in een aantal werkstukken of oefeningen. Dit kan een lessenserie zijn, waarbij 2 vakken binnen KO op elkaar aansluiten. Houd de opdrachten klein. Zet materialen en technieken in, die aansluiten op de inhoud van de film.
Zorg ervoor dat elke opdracht uitgaat van een beeldend probleem, zodat de leerling op zoek moet gaan naar een beeldende oplossing en daarmee clichés doorbreekt.

3. Verslaglegging in een digitaal voortgangsdocument
Om het groepsproces inzichtelijk te houden, zet je een web-log op, waarop ieder zijn motivatie, PVA (taakverdeling), competentiebeschrijvingen en bijdrage aan het lespakket kan plaatsen. Het is de bedoeling dat je het proces levend houdt en dat je (kritisch) reageert op elkaars bijdragen.
Zorg ervoor dat er een duidelijke samenhang ontstaat tussen de verschillende onderdelen. Aan het eind plaatsen jullie een groepsevaluatie van het project, waarbij jullie terugblikken op de samenwerking en de opdracht. Daarnaast plaatsen jullie een individuele reflectie op de inhoud, dus wat je hebt geleerd of bereikt en wat je een volgende keer anders zou aanpakken.

4. Presentatie van 15 minuten aan de klas
Informeer je medestudenten over het gekozen onderwerp, de cultureel kunstzinnige activiteit en lespakket aan de hand van je web-log. Ieder groepslid dient een actieve rol in de presentatie te krijgen, waarbij de nadruk ligt op de inhoud van het ontwikkelde lespakket (onderdeel 2).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten